Niet alleen was het diner zonder alcohol, straffer zelfs: ik was zo “poept” (voor alle
duidelijkheid het engelse equivalent van
“pooped”), dat ik bij aankomst recht naar bed ben gegaan. Dus niet alleen een
alcoholvrij diner, ook een alcoholvrije dag.

Donderdag kondigde zich in Istanbul zonnig aan en dat was maar
goed ook want het was een vrije dag. Zelf had ik enkele afspraken met oude
vrienden gepland. Een beetje bijpraten over het nieuwe Turkse wirtschaftswonder
en de politieke constellatie leek me een prettig vooruitzicht en,
waarschijnlijk ook economisch voordelig.

Onontkoombaar bleef de Toyota en zijn radiator. Louter
toevallig had ik op het diner een belangrijke dealer van Toyota in Turkije
ontmoet: om chance te hebben moet je op de juiste plaats zijn. Hij had ’s morgens reeds een afspraak georganiseerd voor me met een
collega in Istanbul. Uiteraard moest ik nog eens door het mierennest rijden,
een nest waar alle mieren mekaar de duivel schijnen aan te doen.

In Istanbul wordt er werkelijk op de centimeter
gereden, en, integenstelling tot Caïro, niet altijd aan een mierensnelheid. Totnogtoe vond ik Messina op
Sicilië de meest memorabele stad waar ik ooit heb rondgetoerd. Vergeleken bij
dit Constantinopel verbleekt Messina tot een trainingscentrum voor
zondagrijders. Voor elke lopende en vierkante centimeter wordt er gevochten en
als je hem niet pakt, ben je hem kwijt. Wie niet verovert, verliest – binair.
En de nakomers nemen het niet dat ook zij niet vooruit gaan. Vriendelijk of
vragend kijken naar je tegenstander heeft één effect: hij (er zijn weinig
zij’s) schuift naar voren, naar links, kortom naar de open ruimte, hoe klein ze
ook moge zijn, of lijken!

De garage dus. We werden verwacht. Met gebarentaal
werden we naar binnen geleid. Dit is ongetwijfeld de grootste Toyota garage
van… België: ruim, blinkend, georganiseerd. Het was wachten op de vertaler,
waarschijnlijk de enige. Opvallend in Turkije is de homogeniteit van de
taalvaardigheid: Turks als eerste, tweede en derde taal; daarna zijn er enkelen
die wat Engels kunnen, en af en toe Duits. Basta.

We deden ons verhaal aan Aytaç en weinige minuten
later gingen we met vier gasten naar de groene Hilux. Motorkap omhoog, hoofden
omlaag, vingers langs de radiator: de jonge mekanieker wond er geen doekjes
rond toen hij stelde dat reparatie onmogelijk was. Enkele minuten later bevestigde
de baas, blijkbaar super geconnecteerd met de Toyota buitenwereld, dat zulke
radiator in Turkije niet aanwezig was.

Daarmee waren we terug op het (voorlopig)
“slechtste-geval-scenario”: een verlengd verblijf in Istanbul, ten minste voor mezelf. De juiste
radiator stond vertrekkenklaar in België. Het startschot werd gegeven. Met DHL
kan het stuk op 24 uur in Istanbul geleverd worden. Moderne logistieke en dito
slogans, weet je. Dat de douaniers in Turkije niet werken op zaterdag en zondag
hoor je pas als een écht plan maakt. Maandagmorgen wordt hij geleverd, die
unieke radiator – als alles goed gaat.

Alvorens drie extra dagen aan de Bosphorus rond te
hangen, had ik nog mijn afspraken voor de rest van de dag na te komen. De eerste op de
middag en de tweede om vijf uur, in Besiktas (voor de voetbalkenners). Ik
bespaar jullie de inhoud van de gesprekken en de uitleg over de platheid van
het bier. Om drie uur waren we klaar met de koffie en zou ik een taxi nemen
naar het noordelijk deel van de stad. Geen enkele taxi te bespeuren!

Ach ja, natuurlijk! Tussen drie en half vier
‘wisselen’ de chauffeurs en nemen de taxi’s geen passagiers. Om de twaalf uur
veranderen vijftigduizend chauffeurs van zitplaats. In Mechelen noemen ze dat
een volksverhuizing. Ik stelde voor dat we alvast zouden stappen: de weg voert
langs de Bosphorus, met wat wind en veel loverige schaduw. Intussen is het
verkeer op deze grote boulevard tot stilstand gekomen, en voor de toeters geldt
het tegenovergestelde. De politie organiseert een U-bocht voor alle verkeer en
we wandelen verder in een zee van relatieve kalmte.

Een paar kilometer verder – het zal juist voorbij vier
uur geweest zijn – zien we langs de overkant van de straat rook. Dus toch een
brandje? Mijn collega raadpleegt zijn iSomething voor meer “live” nieuws. Geen
nieuws lijkt goed nieuws. Tot er plots wat jongelui voor ons uiteen stuiven –
anarchisten suggereerde mijn intuïtieve (op vooroordelen gebaseerde) neurale
processor. “We kunnen beter uiteen gaan”, stelde Firat voor. En zo geschiedde.

Terwijl ik de straat overstak, groeide het aantal
wegspurtende en schreeuwende ‘anarchisten” tot een stormloop. Hier en daar
galmde er wat boem-boem. Op het moment dat ik het voetpad aan de overkant had
bereikt, ging er een echte bom af op tien, twintig meter van mij. Zij verspreidde
een zure geur. Uit mijn ooghoeken zag ik nog dat een water(stof?)kanon spuitend
chargeerde. Gelukkig kon ik een straatje in, omhoog, tezamen met een tiental
anderen. Na een paar minuten leek het leed geleden en begon het verkeer aan de
overzijde terug te “bollen”.

Zoals in de goede oude tijd leek dit de kans om
vooralsnog tijdig op mijn afspraak te zijn, enkele kilometer hogerop. Gedecideerd
stapte ik het steegje naar beneden en de boulevard op. Wat een verrassing! In
geen tien seconden liepen de tranen uit mijn pijnende ogen en kon ik geen woord
meer uit mijn geïrriteerde keel krijgen. Ik geef het toe: in Leuven 68 heb ik
niet op de barricades gestaan. Dit was mijn allereerste traangas ervaring. Na
vijftien minuten ‘recup’ op een hogergelegen plantsoentje, was ik klaar om naar
mijn hotel terug te keren.

Op de avenue naar mijn hotel in SultanAhmed spurtten
al de taxi’s me voorbij, overvol. Hier en daar stonden de jonge ordetroepers,
met gasmakers, knuppels en schietgeweren, nog half paraat. Minstens twintig
tv-camera’s hebben het gebeuren vastgelegd en twee vrouwelijke dames op hoge
hakken, met fel gekleurde lippen en een oranje bol op hun microfoon –
journalisten zeker? – stapten zelfverzekerd rond, micro, en meer, in aanslag.

Ik arriveerde in het hotel juist op tijd… om weg te
gaan, met de tram. Omdat het ‘niet zover was’ werd de tram vervangen door de
voeten. Het diner met twee Belgische ingezetenen, een journalist en een
economisch adviseur, was aangenaam en interessant, met Turkse wijn. Het was
weer middernacht toen we het hotel binnenstapten voor een afsluitende pint op
het dakterras. Ik had vandaag meer dan tien kilometer gestapt, en gelopen waar
het moest.

Relax, hoe is dat eigenlijk?

Istanbul, 18 mei 2013