Constantinopel, 2013 A.D.
(van onze verslaggever ter plaatse) Middels een oecumenische bundeling van
eensgezinde krachten, inclusief bereidwillige thuisfrontstrijders en Turkse genietroepen,
werd het ‘cordon sanitair’ rond de reeds lang geviseerde radiator voor de groene
HiLux in één ultieme, pijlsnelle en directe aanval door het centrum van de
onzichtbare verdedigende troepen doorbroken. Acht honderd jaar na Boudewijn
kraaien er weer Vlamingen in deze stad victorie. Bij de kaping van het geviseerde
kroonjuweel hebben zij, niet zonder moeite, alle bloedvergieten vermeden. Herbeleef
hun eikel wedervaren van minuut tot minuut in hun berichten van het front,
hieronder.

8u30: Ontbijt onder een harde schuine zon. De gladde
weerspiegeling van het zwembad versplintert de ogen. Vers sinaasappelsap,
roerei, croissants, kaas, tomaten: ze moeten het gebrek aan een verkwikkende
nachtrust tegen tweehonderd percent compenseren. En koffie. We grappen wat,
relativeren wat vandaag al dan niet brengen zal: Alexander en Alex – zonder
ander. We weten dat het venster voor een beslissing over het vervolg van onze
reis – wachten op de herstelling of de auto opgeven en met het vliegtuig de
hoofdmacht vervoegen – vanavond een smalle spleet zal geworden zijn. De website
van DHL geeft nog steeds aan dat er documenten ontbreken bij de douane voor de
vrijgave van de goederen. Minimum minimorum moeten we definitieve informatie
krijgen over wat ze zoeken en over de uiteindelijke levering van onze radiator…

9u30: We bellen naar onze contactpersoon TT bij AC,
het bedrijf dat de goederen voor ons in ontvangst moet nemen. De secretaresse,
die geen Engels kent maar het codewoord “Alex” herkent, verbindt me door met de
assistent, naam en functie onbekend. Hij vertelt ons dat TT naar het ziekenhuis
is en deze namiddag terug op kantoor zal zijn.

Kunnen we het ons permitteren om zolang te wachten op
nauwkeurige informatie? Neen. Ook al is TT in het ziekenhuis, we kunnen hem een
sms sturen. “Hoever staan we? Kunnen wij iets doen?” Een beetje tegen de
verwachtingen in antwoordt TT: “Neen, jullie kunnen niks doen”. Ik denk
dat het vanavond in orde komt”. Daarmee zijn we geen stap vooruit: dat verhaal
horen we al twee dagen. We willen hem zien, in levende lijve! Hoe?

10u: we zenden een nieuwe sms naar TT. “Beste, heel
veel dank voor uw inspanningen. We zouden graag deze namiddag op uw kantoor
langskomen om u persoonlijk te ontmoeten en te bedanken”. Terwijl dat allemaal
welgemeend is, blijft de eerste bedoeling om directe toegang te creëren, en de
problematiek face-to-face in detail te bespreken. Nog geen tien minuten later
komt het antwoord: “Heel vriendelijk maar ik ben de volgende twee dagen niet op
kantoor!”. Verstomming. IJs Onderdrukte vloek. Wat nu?

10u15: in België is het 9u15. Daar hebben we iemand
die gisteren al met DHL contact heeft gehad betreffende de status. Een half uur
later horen we dat DHL, op vraag van de bestemmeling (het bedrijf AC) de
dedouanering heeft overgelaten aan de reguliere “Customs Agent” van AC en dat
ze niks voor ons kunnen doen.

De mist rond het strijdtoneel verdicht met de minuut. Erwtensoep is het
geworden. Het lijkt alsof de circuits in mijn hersenen vernauwen en helder
denken onmogelijk wordt. Voor het eerst op deze reis voel ik echte stress,
zoals op het einde van een kwartaal in de softwarebusiness als je met enkele
uren te gaan nog een paar grote contracten hebt die “moeten vallen”. Met onze
zotste ideeën kunnen we nog eens lachen. Alexander suggereert om toch naar het
kantoor van AC te rijden. Ik vraag me luidop af wat we daar moeten zeggen? Het
is duidelijk dat ofwel de assistent, ofwel onze contactpersoon zelf (TT), ofwel
beiden een smoesje hebben verzonnen.

We doen nu alle hersengymnastiek luidop. Zo missen we
niks van mekaars’ spinsels. Na wat overleg komen we tot de conclusie dat er
twee opties zijn: gewoon wachten of vertrekken. Brilliante analyse, toch?

11u10: we besluiten om te vertrekken. Ik had snel op de kaart gekeken
en dacht dat het vijftien minuten taxi was. Mis poes: in mijn haast (of wegens
de vernauwde hersenkronkels?) heb ik de “Gouden Hoorn” met de “Bosphorus”
verward. Het wordt een taxirit van vijfenzestig lira. (een taxirit in kilometer
uitdrukken heeft, wegens de uurloze files, niet zoveel zin). Bijna een uur
later begint onze chauffeur te bellen: Aziatisch Istanbul is blijkbaar even
transparant als de overkant. Om half één is het zover: wij staan bij een
appartementsblok waar het hoofdkwartier van AC is gevestigd. Binnenstormen dan
maar …

Of toch niet? Peter had gesuggereerd om een geschenk
mee te nemen. En hoe moeten we met de tegenstrijdigheden in de “whereabouts” van
ons contact TT omgaan? Terwijl ik lira’s uit een muur haal, gaat Alexander op
zoek naar een geschenk. In mijn korte broek, groene polo en met een rugzak
tussen de blote benen, zet ik me voor de bank op de trappen. Ik vraag me af wat
Alexander als geschenk zal bedenken? In de omgeving is er enkel een
telefoniewinkel te bekennen, en restaurantjes. We kunnen toch geen
kebab-met-yoghurt meenemen als cadeau?!

13u15: daar komt Alexander, met een fles wijn uit
Edirne – anderhalve liter nog wel! Het eerste stukje van de puzzel is opgelost:
aan de culturele geplogenheden hebben we voldaan. Ik stel voor dat we het doen
voorkomen alsof ik de laatste sms-boodschap van TT niet heb ontvangen: wij veinzen
enkel te weten dat hij in het ziekenhuis was en ’s namiddags op kantoor terug
zou zijn. Dat had ook zijn assistent ons verteld!Het lijkt plausibel: sommige
sms’en gaan de mist in. Go!

13u30, derde verdieping. De deur is links van de lift.
We bellen aan en quasi-direct opent een jongedame met molenwiekend blond haar
de houten deur. Met de fles voor ons uit, stappen we joyeus binnen. “We have a
present for Mr. TT!”. Hij is er niet? Wat spijtig? Wij dachten dat hij er deze
namiddag zou zijn… Aan het kleine bureau zit een statige, gebrilde juffrouw,
een hippe verschijning voor dit stadsdeel dat doorgaat als ‘meer conservatief’.
Ook de assistent waar ik ’s morgens mee had gesproken komt erbij. Hun
gezichtsuitdrukking verraadt complete verrassing. “Ha, Alex, yes, we talked
this morning”. “No TT is not in the office”. De hippe dame spreekt snel Turks
met de assistent. Blijkt dat ze heeft vernomen dat de radiator niet voor het
einde van deze week zal vrijgegeven worden…

Godv… de moed zinkt ons tot juist aan onze sokken. We
horen onszelf vragen naar het waarom. Immers vanmorgen liet TT verstaan dat het
allemaal vandaag zou gebeuren! De assistent stelt voor dat we in de
vergaderzaal gaan zitten, met een drankje. Het is nu bijna kwart voor twee.

14u15: geen teken van leven. Het glas van Alexander is
leeg, het mijne halfvol. We speculeren over allerlei scenario’s. Zouden ze ons
hier een half uur laten zitten als ze zeker wisten dat onze zaak hopeloos was?
Nee toch? Dat zou pas wreed zijn – een overtreding tegen de mensenrechten
wellicht!

14u30: de assistent komt terug met drie documenten: de
DHL verzendnota, de packaging lijst en een factuur die met de radiator niets te
maken heeft. Deze documenten, verklaart hij plechtig, kunnen door de douane
niet gereconcilieerd worden. Op de factuur staan inderdaad onderdelen die met
een radiator niks van doen hebben. Eindelijk hebben we houvast: dit is een
concreet probleem. Moderne communicatietechnologie heeft zo zijn voordelen: de
afzender, in België, ligt verscholen onder enkele nummertjes op de mobiele
telefoon. Na wat overleg, blijkt dat TT reeds de dag tevoren, per e-mail, een kopij
heeft gekregen van de juiste factuur. Om redenen die niet worden opgeklaard is
die juiste factuur nooit doorgegeven aan de “customs agent”. Uit België wordt
stante pede een nieuwe e-mail gestuurd, ditmaal rechtstreeks naar de assistent.

15u: met wat kunst en vliegwerk heeft de assistent de
‘juiste factuur’ snel conform gemaakt aan de vereisten van de douane. Deze
diensten werken met formele standaarden die nauwlettend moeten worden gevolgd.
De assistent is een parel van feilloze executie. Hij doet dit werk al zeventien
jaar vertelt hij ons. De empathie in de kleine vergaderzaal, met de lege
glazen, is voelbaar. Hij zal alles doen om ons in Sjanghai te krijgen.

15u20: de assistent, AO, die we intussen als een grote
meneer beschouwen – we hebben ook kaartjes uitgewisseld en hebben de ‘mister’
achterwege gelaten – deelt ons gedecideerd mee dat er een kans is dat alles nog
voor vijf uur in orde komt, zoniet zeker morgen (donderdag) in de namiddag.
Waarom niet morgenvroeg? Ha, de douane maakt ’s morgens lijsten van goederen en
pakketten en beslist ’s namiddags over de vrijgave. Zo zie je maar hoe simpel
systemen kunnen zijn… Hij belooft om ons rond vijf uur te bellen met de stand
van zaken.

15u30: Alexander neemt foto’s van de AO, van de
vergaderzaal en van de secretaresse om onze opperste waardering te laten
blijken; na wat uitleg over de uurregeling van de “busboot” en advies in
verband met de bestemming aan de overkant van de Bosphorus te hebben gekregen,
bezorgt AO ons een chauffeur van de zaak, die ons naar de haven brengt. Vijf
uur geleden leek de situatie uitzichtloos, nu was er hoop. Daarop konden we al
klinken, zij het sobertjes: één expresso en één capuccino, op het terras van de
aanlegplaats. Als we vandaag die radiator nog zouden hebben, zijn we
vrijdagvond bij de groep in Tbilissi. Een aangenaam gevoel.

17u05: wij zijn na veertig minuten boot, van Azië naar
Europa, en een redelijk dolle taxirit in de lobby van het Novotel aangekomen.
We besluiten AO direct op te bellen. Hij vraagt ons nog wat geduld; wij denken
in zijn stem te horen dat er een opening is. Geduld, hebben we dat nog niet
genoeg gehad? Ach, komaan, de laatste loodjes – het kan, na al deze moeite, dit
gevecht tegen (on)waarschijnlijkheid. Met een koud pintje aan de bar is de last
lichter.

17u20: AO meldt ons dat de radiator ingeklaard is, en
afgeleverd aan hun vertegenwoordiger. Binnen enkele uren – er is immers
(weeral) een enorme file tussen de luchthaven en de stad – wordt hij geleverd
in onze handen, in ons hotel – geen risico’s. Ik bel onze Engelssprekende
contactpersoon bij de Toyota garage om morgenvroeg alles klaar te maken voor de
vervanging.

Wegens ‘meer verkeer dan gewoonlijk’ wordt de doos pas
geleverd om 21u30. AO, zijn onvergetelijke stijl en toewijding eigen, belde met
de boodschap: “De radiator staat nu aan de ingang van het hotel”.Zoals bij elke
grote gebeurtenis wordt alles en iedereen gefotografeerd. Om absoluut zeker te
zijn trekken we zonder schroom, in het midden van lobbybar, het plastic
omhulsel los en de kartonnen doos open, zoals een tweejarige die wat speelgoed
krijgt. En daar blinkt… een radiator.

Niettegenstaande de voortekens tegen hen waren, is
gebleken dat het bezoek aan het kantoor van AC een noodzakelijk voorwaarde was om
beweging te forceren. Het persoonlijke contact tussen mensen met hetzelfde,
welbepaalde doel heeft een empathische band gesmeed, die mensen vooralsnog niet
tot stand kunnen brengen door middel van elektronica. Tegelijkertijd zijn ze
‘de assistent’ alle dank verschuldigd om zich volledig in te zetten voor de
zaak van twee gekke Belgen die per se naar Sjanghai willen rijden met een
Toyota HiLux. Zijn oog voor detail, zijn belangloze inzet en feilloze executie
hebben ervoor gezorgd dat de spoortrekkers morgen op pad kunnen
gaan: Georgië zal het geweten hebben. (via
onze correspondent)

Istanbul, 22 mei 2013